Beste,
Een goede vijf jaar geleden kwam er een grondige onderwijshervorming wat betreft de vooropleiding voor zorgkundigen. Er werd meer gediversifieerd en er ontstond een ander leertrapsysteem. Er werd dat jaar een nieuwe federale wetgeving gestemd met een duidelijker onderscheid tussen de verpleegkundige functies: zorgkundige (niveau 4), basisverpleegkundige (niveau 5), verpleegkundige voor algemene zorg (niveau 6) en verpleegkundig specialist niveau 7. Per trap werden toevertrouwde zorg- of verpleegkundige taken toegelaten en volgens KB vastgelegd. Deze verpleegkundige taken werden in 2019 grondig uitgebreid met een hogere verantwoordelijkheid voor de zorgkundigen. De bedoeling was nobel: meer studenten naar het zorgwerkveld leiden. Wie meer in zijn of haar mars had, kon eenmaal een eerste of tweede trap bereikt, verdergaan om een hoger diploma te halen. Wat meer verantwoordelijkheid, meer verloning en een bredere toegang tot het werkveld inhield.
BEFEZO, de beroepsfederatie voor zorgkundigen, voelde snel een stijgend ongenoegen in zowel het onderwijsveld, de studentengroep/jong afgestudeerden en bij de werkgevers, zorgmanagers en hoofdverpleegkundigen op het terrein. Zorgkundigen werken voornamelijk binnen de ouderenzorg, ziekenhuizen en thuisverplegingsdiensten.
Vandaar een bevragingsstorm die zo’n kleine twee jaar in beslag nam. Twee bevragingen richtten zich naar de afgestudeerde zorgkundigen’ (2023 en 2024), de verantwoordelijken binnen de sector en in dit voorjaar (2024) kwam er een bevraging voornamelijk gericht naar de leerkrachten BSO-basiszorg en ondersteuning en TSO-gezondheidszorg die studenten voorbereiden op het beroep van zorgkundige.
Deze bevraging is nu afgesloten.
De resultaten tonen de pijnpunten van een hervorming die noch de zorgveiligheid noch de instroom en zorgtoekomst hoop biedt, de onderwijswereld en werkgevers niet tevredenstelt en zelfs onder druk zet.
BEFEZO richt zijn pijlen op de situatie van opleiding en toekomst van zorgkundigen. De vragen zijn prangend. De deskundigheid, veiligheid en de aanwezigheid van deze vorm van zorgverlening staan op het spel.
